De rapportage stelt de Nationale Milieubeleidsplannen van destijds centraal en vormt daarmee één van de bouwstenen voor het nieuwe beleid.
In het rapport zijn drie algemene bevindingen te lezen:
De eerste algemene bevinding is dat veel van het 20-30 jaar geleden ingezette milieubeleid actueler is dan ooit. Wie de moeite neemt de NMP’s van destijds te lezen ziet veel beleid terug wat inspeelt op actuele knelpunten. Daarmee is niet gezegd dat milieubeleid geen effect heeft gehad maar wel dat de onderliggende problematiek niet is opgelost.
Een tweede algemene bevinding is dan ook dat met het wegvallen van de planning van een nationaal milieubeleid ook de structurele (beleids-) aandacht voor milieu uit het oog is verloren. Natuurlijk is en wordt er specifiek beleid gevoerd op energie, klimaat, schone lucht en natuur. Maar klimaat, bodem, water en lucht vormen de resultante van hetzelfde systeem. Je kunt problemen in een dichtbevolkte delta uiteindelijk alleen in samenhang oplossen. Mits het deze integrale blik omvat is dit een belangrijke meerwaarde van nationaal milieubeleid.
Een derde algemene observatie is dat er weliswaar doelstellingen kunnen worden geformuleerd maar dat altijd het gevaar op de loer ligt dat milieubeleid geen duidelijke probleemeigenaar kent. Wie gaat staan voor het belang van schone lucht, schoon water of een gezonde bodem? Hier lijkt een leemte te zijn ontstaan in het Rijksbeleid die indien ongeadresseerd snel wordt ingevuld door meer financieel-economisch gedreven sectorbelangen.
Benieuwd naar het hele rapport? Lees 'een verrassend vooruitziende blik'.